Kraamtijd

Tijdens de kraamperiode werken je verloskundige en kraamverzorgende samen om jouw gezin de beste start te geven. Ook krijg je adviezen om zelfstandig voor je nieuwe kindje te kunnen zorgen. 

De Kraamperiode

De eerste 10 dagen na je bevalling noemen we de kraamperiode. Dit is de periode waarin je ondersteuning en begeleiding krijgt van je verloskundige en de kraamhulp. Zij zorgen ervoor dat jullie samen met je kindje een goede start krijgen. De verloskundige komt tijdens de kraamperiode een aantal keer bij je langs om medische controles uit te voeren bij jou en je kindje. Ook de kraamverzorgende houdt jullie gezondheid nauw in de gaten. Bij (mogelijke) problemen neemt ze contact op met je verloskundige. De kraamzorg helpt je verder bij de voeding en zorgt voor rust en regelmaat. Ze geeft je informatie zodat je aan het einde van de kraamtijd samen met je partner je kindje kan verzorgen.

Kraamvrouw

Tot 6 weken na de bevalling ben je ‘kraamvrouw’. In deze periode verandert er lichamelijk, emotioneel en sociaal gezien erg veel. Deze veranderingen zijn de eerste twee weken na de bevalling het meest merkbaar. Het is belangrijk om in de kraamperiode voldoende rust te nemen. Je kunt in de kraamperiode last hebben van een aantal ongemakken:

• Kraamtranen
• Bloedverlies
• Naweeën
• Harde ontlasting
• Urineverlies
• Stuwing

We willen je in deze periode zo goed mogelijk ondersteunen en informeren. Daarom is de folder ‘Net bevallen’ ontwikkeld. Hierin lees je alle informatie over de kraamtijd. Welke controles krijgen jij en je baby, wat kan je doen om zo goed mogelijk te herstellen en met welke ongemakken kun je te maken krijgen?

Wanneer neem je contact op met je verloskundige?

Herken je bij jezelf één of meerdere van de volgende signalen, neem dan meteen contact op met je verloskundige:

• Plotseling ruim bloedverlies of verlies grote bloedstolsels;
• Hoofdpijn, zien van sterretjes, braken, gevoel van strakke band om je hoofd of buikpijn in bovenbuik of tussen schouderbladen;
• Koorts in combinatie met erge buikpijn of stinkend bloedverlies;
• Borstontsteking: een rode, pijnlijke plek op je borst en koorts;
• Dik, rood en pijnlijk been;
• Weinig slaap, snel geprikkeld en boos, denk je dat anderen je kwaad willen doen? Voel je je onrustig?

Herken je bij je kindje één of meerdere van de volgende signalen, neem dan meteen contact op met je verloskundige:

• Heeft de huid of het oogwit van je kindje binnen 24 uur na de bevalling een gele kleur?
• Is de temperatuur van je kindje onder de 36.5 of boven de 37.5 graden of heeft hij een grauwe huidskleur of kreunende ademhaling?
• Zijn de lippen, tong of binnenkant van het mondje van je kindje blauw-paars? Is hij bezweet, benauwd of kortademig bij het huilen of drinken?
• Spuugt je kindje met een krachtige boog of geeft hij bij elke voeding veel melk terug?

Ben je zwanger en heb je vragen over de kraamtijd? Vind hieronder een verloskundigenpraktijk bij jou in de buurt.